De definitie volgens het bosdecreet is als volgt: "Grondoppervlakten waarvan de bomen en de houtachtige struikvegetaties het belangrijkste onderdeel zijn. Ze hebben ook een eigen fauna en flora en vervullen als bos één of meerdere functies."
Omdat deze definitie voor interpretatie vatbaar is, heeft het Agentschap voor Natuur en Bos een bijkomende interne richtlijn opgesteld. Daarin staat dat een bos een breedte heeft van minstens tien meter, gemeten aan de buitenkant van de buitenste boomstammen.
In de praktijk gaan we ervan uit dat als een strook bomen minstens 3 rijen breed is, het over een bos gaat. Bestaat de strook bomen slechts uit 2 rijen, dan is het geen bos en valt het kappen ervan onder de wetgeving van stedenbouw (soms natuurvergunning). Twijfelgevallen worden door het ANB zelf beoordeeld.
Wat is geen bos?
- Fruitboomgaarden, tuinen en parken
- Lijnbeplantingen tot twee rijen bomen, vanaf drie rijen is het wel bos.
- Boomkwekerijen en arboreta die niet aansluiten op een bos.
- Kerstboomaanplantingen, behalve vanaf een gemiddelde hoogte van 4 meter.
- Aanplantingen voor korte omloop hakhoutteelt of de zogenaamde "energiehoutakkers".
- Populier- en andere aanplantingen in het kader van Europese regels om landbouwgrond (tijdelijk) uit gebruik te nemen.
De bestemming van de grond is dus van geen belang. Als het een bos is volgens het bosdecreet, dan is het een bos, ook al staan de bomen in woon-, landbouw-, industrie-, natuur- of parkgebied.
Meer info: www.natuurenbos.be/definitiebos