Besluit van 21 oktober 2020
De provincieraad van Limburg
Gelet op volgende doelstelling, actieplan en actie van het provinciale beleid 2020-2025:
- beleidsdoelstelling BD000001 “Limburg als een dynamische hedendaagse provincie doorontwikkelen door positieve economische verbanden, innovatie, onderzoek en talentontwikkeling te stimuleren”
- actieplan AP000002 “Limburg als Europese en mondiale voorbeeldregio positioneren''
- actie AC000010 “Eerlijke en duurzame internationale samenwerking stimuleren en burgerzin en mondiaal bewustzijn versterken bij alle Limburgers'';
Gelet op het besluit van de provincieraad van 16 maart 2011 tot vaststelling van het “Subsidiereglement noodhulp Noord-Zuid”;
Overwegende dat naast projectondersteuning ook provinciale ondersteuning van noodhulp in ontwikkelingslanden aangewezen is;
Overwegende dat bovenvermeld reglement moet aangepast worden aan de wijziging van het “Subsidiereglement projecten Mondiale Samenwerking” van 21 oktober 2020;
Overwegende dat het gewijzigde reglement tot stand kwam in overleg met de Projectenadviescommissie;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige subsidies;
Gelet op het besluit van de provincieraad van 24 oktober 2012 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van subsidies en de normen voor reservevorming;
Gelet op het besluit van de provincieraad van 20 maart 1996 betreffende de herkenbaarheid van het provinciebestuur in provinciale subsidiereglementen;
Gelet op de budgetsleutel 649000/2/0160 “Algemene werkingssubsidies/Hulp aan het buitenland” (MJP000004) van het provinciale meerjarenplan;
Gelet op artikel 42 van het provinciedecreet;
Besluit
I Voorwerp van het subsidiereglement
Artikel 1: doel en doelgroep
Binnen de perken van het vastgestelde financiële meerjarenplan kan de deputatie een subsidie verlenen aan projecten in gebieden die getroffen werden door rampspoed van natuurlijke of menselijke oorsprong.
Artikel 2: verklaring termen of begrippen
OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling): de OESO registreert jaarlijks hoeveel officiële ontwikkelingshulp (ODA) landen verstrekken en hoe de officiële ontwikkelingshulp wordt verdeeld.
Commissie voor Ontwikkelingssamenwerking (=DAC, Development Assistance Committee) van de OESO is een internationaal forum waar donorlanden en multilaterale organisaties, zoals de Wereldbank en de Verenigde Naties, samenkomen om de armoede in partnerlanden te bestrijden. De DAC brengt elk jaar het Rapport Ontwikkelingssamenwerking (Development Co-operation Report) uit.
Erkende ontwikkelingslanden: landen die voorkomen op de lijst van de Commissie voor Ontwikkelingssamenwerking die de OESO om de drie jaar vastlegt (DAC-Lijst van ODA).
II Voorwaarden voor subsidietoekenning
Artikel 3: voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen
Er kan noodhulp gegeven worden aan de aanvrager die:
- voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van het “Subsidiereglement projecten Mondiale Samenwerking” van 21 oktober 2020 en die een vraag om noodhulp stelt
- voldoet aan alle verplichtingen die voortvloeien uit eerdere toekenningen van gelijkaardige of andere subsidies van de provincie Limburg.
Indien de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van het “Subsidiereglement projecten Mondiale Samenwerking” van 21 oktober 2020, kan er enkel noodhulp gegeven worden indien de lokale overheid of een internationale organisatie hulp vraagt aan de internationale gemeenschap.
Artikel 4: voorwaarden waaraan het project inhoudelijk moet voldoen
- Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet de noodhulp inhoudelijk aan de volgende voorwaarden voldoen:
- de noodhulp moet verleend worden in gebieden die getroffen werden door rampspoed van natuurlijke of menselijke oorsprong. Het kan ook handelen over een verergering van structurele problemen verbonden aan oorlogen, hongersnood, vluchtelingenstromen of epidemieën EN
- de noodhulp kan enkel toegekend worden voor projecten in erkende ontwikkelingslanden voorkomend op de lijst van de OESO (DAC-Lijst) EN
- de noodhulp moet voldoen aan de volgende basisaspecten:
- de hulp moet rechtstreeks ten goede komen aan de bevolking
- de mensenrechten moeten worden gerespecteerd
- de hulp wordt gratis aangeboden aan de slachtoffers.
De deputatie kan zelf het initiatief nemen en bepalen waar, wanneer en hoe noodhulp wordt verleend.
III Indiening van de subsidieaanvraag
Artikel 5: de termijn, wijze en het adres van de indiening van de aanvraag
De aanvraag tot het verkrijgen van een subsidie kan op de volgende wijze gebeuren
- per post
- afgeven tegen ontvangstbewijs
- elektronisch.
Elektronische indiening geniet de voorkeur.
Meteen na het indienen wordt de ontvangst van de aanvraag bevestigd en worden het verdere verloop en eventuele bijkomende instructies meegedeeld aan de aanvrager.
De aanvraag tot het verkrijgen van een subsidie voor noodhulp moet uiterlijk 30 november ingediend worden.
Elke aanvrager mag per werkjaar maximaal 1 subsidieaanvraag indienen.
De aanvraag moet ingediend worden op volgend adres:
Mondiale Samenwerking
Directie Omgeving
provincie Limburg, Universiteitslaan 1, B-3500 Hasselt
Tel. 011 23 72 96
E-mail ontwikkelingssamenwerking@limburg.be
Artikel 6: documenten in te dienen bij de aanvraag
Voor iedere aanvraag moeten de volgende documenten, gedateerd en ondertekend, in 1 exemplaar ingediend worden:
- een volledig in het Nederlands ingevuld en ondertekend aanvraagformulier waarin minimaal de volgende elementen vervat zitten:
- de maximale duur van de noodhulp
- de doelgroep waarvoor de hulp bedoeld is
- de precieze omschrijving van de omstandigheden waarbinnen de hulp plaatsvindt
- welke doelstellingen er op termijn worden vooropgesteld
- een begroting van ontvangsten en uitgaven van het project in euro met een duidelijke vermelding van alle financieringsbronnen.
Bij een elektronische aanvraag geldt het mailbericht als ondertekening.
Het aanvraagformulier kan op het adres vermeld in bovenvermeld artikel opgevraagd worden of kan van de bovenvermelde website worden gehaald.
IV Toetsing van de subsidieaanvraag
Artikel 7: toetsing op tijdigheid
Aanvragen voor noodhulp, ingediend na 30 november, komen in het lopende budgetjaar niet meer in aanmerking voor een subsidie in het kader van dit reglement.
De postdatum of bij onleesbaarheid de datum van ontvangst bij het bestuur geldt als datum voor de toetsing.
De aanvrager zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht.
Artikel 8: toetsing op volledigheid
De aanvraag wordt onderzocht op volledigheid.
De aanvrager die een onvolledige aanvraag indient vóór 30 november, krijgt schriftelijk de vraag om de ontbrekende documenten alsnog in te dienen binnen de meegedeelde termijn. Een aanvraag die niet vervolledigd wordt binnen deze termijn komt in het lopende budgetjaar niet meer in aanmerking voor een subsidie in het kader van dit reglement.
De aanvrager zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht.
Artikel 9: toetsing aan de voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen en aan de voorwaarden waaraan het project inhoudelijk moet voldoen
De aanvraag wordt getoetst aan de voorwaarden vermeld in het reglement en wordt vóór de beslissing over het al of niet toekennen van de subsidie voor advies voorgelegd aan een Projectenadviescommissie, bestaande uit een ambtenaar van de dienst Mondiale Samenwerking van het provinciebestuur Limburg en 4 inhoudelijke experten. De experten zijn onafhankelijk en professioneel niet tewerkgesteld binnen de sector Mondiale Samenwerking. Er is mimimum één expert per continent (Afrika, Latijns- en Midden-Amerika, Azië, Oceanië). De experten van de Projectenadviescommissie worden door de deputatie aangesteld voor 4 jaar en hun mandaat kan één keer worden verlengd met 4 jaar.
De expert bezorgt vooraf een schriftelijk advies over het project aan de Projectenadviescommissie. Dit advies heeft een vertrouwelijk karakter. Projecten waarbij een directe band bestaat met de expert, worden niet door de expert geadviseerd. De andere experten formuleren dan gezamenlijk een advies.
De Projectenadviescommissie kan externe deskundigen uitnodigen of betrekken om advies in te winnen over bepaalde specifieke aspecten die belangrijk zijn voor de beoordeling van projecten.
De aanvrager kan uitgenodigd worden om gehoord te worden door de Projectenadviescommissie.
De aanvrager zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht.
Artikel 10: toetsing op krediet
Indien de kredieten die in het budget voor dit reglement zijn ingeschreven, uitgeput zijn, komt de aanvraag in het lopende budgetjaar niet meer in aanmerking voor toekenning.
Indien de kredieten die in het budget voor dit reglement zijn ingeschreven, ontoereikend zijn, wordt in de eerste plaats rekening gehouden met de postdatum of bij onleesbaarheid de datum van ontvangst van de aanvraag en komen de aanvragen chronologisch in aanmerking.
De aanvrager zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht.
Artikel 11: besluitvorming over de subsidieaanvraag
De deputatie beslist binnen een termijn van 3 maanden, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag, of in voorkomend geval na het vervolledigen van het aanvraagdossier, of de aanvraag al of niet in aanmerking komt voor een subsidie en bij een toekenning van de subsidie welk subsidiebedrag wordt toegekend.
De aanvrager zal schriftelijk in kennis gesteld worden van de beslissing.
V Berekening van het subsidiebedrag
Artikel 12: bepaling van het subsidiebedrag
De deputatie stelt jaarlijks het subsidiebedrag per noodhulpproject vast op basis van de raming van de kostprijs voor de realisatie van het noodhulpproject. De deputatie beslist na advies van de Projectenadviescommissie.
Het beschikbare budget voor noodhulp bedraagt maximaal 10 % van het jaarlijkse beschikbare budget op budgetsleutel 649000/2/0160 “Algemene werkingssubsidies/Hulp aan het buitenland” (MJP000004).
Het niet-toegekende budget gereserveerd voor noodhulp kan vanaf 1 december van hetzelfde werkjaar enkel toegekend worden aan niet-noodhulpprojecten in ontwikkelingslanden volgens de geldende criteria beschreven in het “Subsidiereglement projecten Mondiale Samenwerking” van 21 oktober 2020.
Artikel 13: maximumsubsidiebedrag
Het subsidiebedrag voor een project bedraagt maximaal het gereserveerde budget voor noodhulp dat jaarlijks wordt vastgelegd door de deputatie.
VI Betaling van het subsidiebedrag
Artikel 14: wijze van betaling
Het toegekende subsidiebedrag voor een project wordt in één schijf bij de toekenning van de subsidie betaald.
Artikel 15: verantwoording na betaling
Binnen een termijn van 365 kalenderdagen, te rekenen vanaf de toekenning van de subsidie, moeten de volgende documenten worden ingediend:
- een afrekening van ontvangsten en uitgaven van het project
- het betalingsbewijs (overschrijving, ontvangstbewijs van contant geld) van het gesubsidieerde bedrag
- een werkingsverslag van het project.
Daarnaast kunnen volgende documenten deel uitmaken van de afrekening: - eventueel foto's
- een lijst van beschikbare videoreportages, cd-roms of ander beschikbaar digitaal materiaal over het project
- ander beschikbaar materiaal.
Indien de toegekende subsidie van het vorige kalenderjaar niet volledig werd besteed, wordt een voorlopige afrekening en een voorlopig inhoudelijk verslag voorgelegd.
VII Verplichtingen na de toekenning van een subsidie
Artikel 16: verplichtingen na de toekenning
Indien in het kader van dit reglement aan de aanvrager een subsidie wordt toegekend, verbindt deze zich ertoe:
- de toegekende subsidie aan te wenden voor het doel waarvoor zij werd toegekend
- binnen een termijn van 365 kalenderdagen, te rekenen vanaf de goedkeuring door de deputatie, de nodige verantwoordingsdocumenten in te dienen
- in de publiciteit m.b.t. het project, steeds de ondersteuning door de provincie Limburg te vermelden.
Wanneer het initiatief om één of andere reden niet kan worden uitgevoerd, wordt de provinciale overheid onmiddellijk ingelicht. Bij een niet-uitvoering van het project wordt de subsidie teruggestort op de bankrekening van het provinciebestuur. Bij een gedeeltelijke wijziging van het project wordt het project voor advies opnieuw aan de Projectenadviescommissie voorgelegd.
VIII Controle en sancties
Artikel 17: controle op de aanwending van de toegekende subsidie
De provincie heeft steeds het recht toezicht en controle uit te oefenen bij de begunstigde van de subsidie die hem in het kader van dit reglement werd toegekend. De begunstigde verbindt er zich toe de nodige inlichtingen te verstrekken en de controle van de provincie Limburg te aanvaarden.
Artikel 18: sancties
Indien de begunstigde één of meer verplichtingen voortvloeiend uit dit reglement niet nakomt, kan de provincie het reeds betaalde subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk terugvorderen, of in voorkomend geval beslissen tot het niet-betalen of het gedeeltelijk niet-betalen van de toegekende subsidie. Verder kan voor een periode vastgesteld door de deputatie de begunstigde uitgesloten worden om in de toekomst in aanmerking te komen voor subsidies van de provincie Limburg.
IX Slotbepalingen
Artikel 19: inwerkingtreding en geldigheidsduur
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2021.
Artikel 20: opheffings- en overgangsbepalingen
Het “Subsidiereglement noodhulp Noord-Zuid” van 16 maart 2011 wordt opgeheven vanaf 1 januari 2021.
Subsidieaanvragen die werden ingediend in het kader van het “Subsidiereglement noodhulp Noord-Zuid” van 16 maart 2011 en die nog in behandeling zijn op 1 januari 2021 worden verder behandeld overeenkomstig de voorwaarden en procedure bepaald in het reglement van 16 maart 2011.
De betalingsmodaliteiten, de verplichtingen na toekenning van een subsidie in het kader van het opgeheven reglement alsook de controle- en sanctiemogelijkheden ervan worden in voorkomend geval eveneens geregeld overeenkomstig het opgeheven reglement.
Artikel 21: interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden
Alle interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden betreffende de toepassing van dit reglement worden behandeld door de deputatie.
Hasselt d.d. 2020-10-21
De provinciegriffier
Wim Schoepen
De voorzitter
Huub Broers