Eén van de ruimtelijke principes in de Strategische Visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) is dat het voorzieningenniveau en de knooppuntwaarde (bereikbaarheid met het openbaar vervoer) de ontwikkelingskansen van een plaats bepalen. Dat zal een belangrijk uitgangspunt worden voor het toekomstig ruimtelijk beleid.
De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) heeft hiervoor een theoretisch model ontwikkeld voor Vlaanderen. Dit heeft geleid tot de zogenaamde “knooppuntenkaart” waarbij er verschillende categorieën met kleurenvariaties in beeld komen.
Gebieden met een hoge knooppuntwaarde en een goed voorzieningenniveau (de paarse zones) hebben bijvoorbeeld meer ontwikkelingspotentie dan de gebieden met een matig voorzieningenniveau en een beperkte knooppuntwaarde (de bruin-gele gebieden).
De blauwe en rode gebieden situeren zich daar tussenin. Door het gebrekkig openbaar vervoersaanbod in Limburg, lijken de ontwikkelingskansen er beperkt.
Dat was voor het provinciebestuur de aanleiding om de Limburgse situatie grondig te analyseren.
Na de analyse van die Vlaamse studie heeft het provinciebestuur door VITO een bijgestuurd Limburgs model laten uitwerken door een aantal parameters te wijzigen die rekening houden met de specifieke Limburgse context, vooral op vlak van openbaar vervoer.
Bij dit rapport horen een aantal bijlagen met cijfers en kaarten per gemeente:
Het onderzoek betreft een theoretische en wetenschappelijke studie en houdt nog geen beleidskeuzes in. De inzichten uit deze studie worden meegenomen en verder uitgediept bij de uitwerking van het Beleidsplan Ruimte Limburg.