Het vervuilde afvalhout van Houthandel Vanhove krijgt voortaan een tweede leven als outdoor designstoel. Designers van het Europese project Wanderful.stream begeleidden het Kinrooise bedrijf drie jaar lang om hun afvalstromen op te waarderen. Naast Vanhove namen nog zeven andere Limburgse bedrijven deel aan het circulaire traject, dat door POM Limburg, Hogeschool UCLL en Z33 werd gecoördineerd.
Het Interreg-project Wanderful.stream wil kmo’s richting circulaire innovatie stuwen, vertrekkend vanuit hun eigen afvalstromen. Partners uit Belgisch- en Nederlands-Limburg en Wallonië reiken elkaar de hand op het vlak van design, technologisch onderzoek en business development. Met behulp van meer dan 50 experten kwamen de teams in de Maas-Rijnregio tot 24 vernieuwende circulaire oplossingen met grote impact. Recent presenteerde het project haar finale rapport, waarbij vier van de acht cases in onze regio een positief vervolg kent. Het gaat onder meer om bedrijven BelOrta, Veldeman Bedding-Indera, Diresco en Houthandel Vanhove.
Minder nietjes
Bij Houthandel Vanhove vond het projectteam een oplossing voor de 6.000 m³ constructiehout met cementresten die jaarlijks richting verbrandingsoven vertrekt. De afvalstroom kan schoongemaakt en herwerkt worden tot designproducten zoals buitenpaviljoenen, dierenverblijven of terrasstoelen, maar even goed tot akoestische wandpanelen. Verder onderzocht het team hoe er minder nietjes gebruikt kunnen worden in het productieproces om zo minder schade toe te brengen aan het hout en de afvalstroom in de toekomst minder te vervuilen.
Grote winst
“Limburgse bedrijven kunnen nog heel wat stappen zetten richting circulaire economie”, zegt Tom Vandeput, gedeputeerde voor Economie en voorzitter van POM Limburg. “Vaak zijn kmo’s zich niet bewust van de eigen reststromen en beschouwen ze dat achteloos als een kost, terwijl het ‘omdenken’ samen met experten net aantoont dat er ontzettend veel potentieel in zit. Als je geld kan verdienen met het wegwerken van je eigen afval, dan is de winst bijzonder groot voor de onderneming, maar ook voor de Limburgse economie, en de planeet in het algemeen. Daarom financierden we vanuit de provincie voor 400.000 euro dit project.”