Zodra infiltratie onmogelijk is of het aangesloten debiet is te groot, wordt overgegaan naar buffering met vertraagde afvoer. Bufferen gebeurt dan aan de geldende norm (250 m³/ha) in een open bassin met onderaan een constructie die zorgt voor een vertraagde lediging van dit bassin (20 L/s/ha verharding).
Er zijn verschillende technieken voor vertraagde lozing zoals een knijpleiding, knijpgat of wervelventiel.
- Een knijpleiding en knijpgat zijn afhankelijk van de opgebouwde drukhoogte in het bassin. Hoe hoger het waterniveau hoe beter de vertraagde afvoer zich realiseert.
- Een wervelventiel is hier onafhankelijk van. De vertraagde afvoer zorgt ervoor dat het piekdebiet dat normaal versneld wordt afgevoerd, door de gecreëerde verharding, vertraagd wordt geledigd op het rioleringsstelsel of waterloop.
In bepaalde omstandigheden kun je kiezen om een bufferbassin met een knijpleiding op halve hoogte te plaatsen. Dit is een combinatie van infiltratie en vertraagde afvoer. Dit is vaak een optie wanneer de aangesloten oppervlakte ontoereikend is om een effectief knijpdebiet te realiseren.